Biodiversiteit in het landbouwgebied
In opdracht van Delflands Groen heeft Paul Terwan een rapport gemaakt over de Biodiversiteit in het landbouwgebied van Midden-Delfland met de veelzeggende titel: “Meer dan weidevogels alleen….”. Bij natuurwaarden van Midden-Delfland wordt al gauw gedacht aan de weidevogels zoals grutto, tureluur en kievit.
De weidevogels zijn belangrijk maar er is veel meer natuur en biodiversiteit te vinden in het agrarische Midden-Delflandgebied. Dat is vaak minder zichtbaar en hoorbaar maar zeker niet onbelangrijk. Een gezonde bodem met veel bodemleven vormt het voedsel voor het gras maar natuurlijk ook voor de weidevogels. Agrarisch grasland bevat tot wel 4500 kg levend gewicht aan bodemleven per hectare. Dat zijn voornamelijk wormen, schimmels en bacteriën, die onmisbaar zijn voor een gezonde bodem.
Het gebied bevat veel oud grasland en steeds meer kruidenrijk grasland. De oevers en sloten bevatten soorten als watermunt, moeraswalstro, moerasvergeet-mij-nietje, pijptorkruid, pinksterbloem en koekoeksbloem. Er leven in agrarisch Midden-Delfland ook uilen en andere erfvogels, moerasvogels, ganzen en andere overwinterende vogels en foeragerende vogels zoals reigers, spreeuwen, meeuwen en lepelaars. Verder zijn er verschillende zoogdieren zoals hermelijn, vos, muis, rat, egel (op erven), haas, mol, vleermuis en amfibieën, vissen en insecten. De erven met boomgaarden en moestuinen barsten ook van de biodiversiteit en zijn rijk aan vele dieren, planten en boomsoorten.
Samenvattend kan je zeggen dat:
- De natuurkwaliteit van de Midden-Delflandse polders wordt voor velen bepaald door de weidevogels, maar is aanmerkelijk diverser.
- Een deel van de polders is nog relatief rijk aan weidevogels en er wordt steeds meer aan agrarisch natuurbeheer gedaan.
- De betekenis van het landbouwgebied voor foeragerende en doortrekkende vogels (watervogels, grote zilverreiger, lepelaar, ooievaar) is toegenomen.
- De betekenis van perceelsranden/oevers en sloten voor de biodiversiteit is sterk toegenomen.
- Bij de zoogdieren is er een duidelijke tweedeling: algemeen voorkomende soorten als vos, hermelijn, haas en diverse soorten muizen en ratten, en schaars voorkomende soorten als wezel, bunzing, mol en konijn.
- De weinige beschikbare cijfers over regenwormen en emelten lijken te wijzen op een gezond bodemleven, in ieder geval toereikend om adulte weidevogels van voedsel te voorzien.
- De erven zijn nog relatief rijk aan steenuilen en boerenzwaluwen.
Download hier het rapport Meer dan weidevogels alleen…
juni 2021