Grondbank Midden-Delfland (1e fase)

Een van de opdrachten uit de gebiedsvisie is het ontwikkelen van een grondinstrument. Bij het ontwikkelen van een grondbank wordt bundeling van de beschikbare geldstromen beoogd. Een grondmarktbeleid is noodzakelijk voor het voortbestaan van de melkveehouderij in dit gebied. De beschikbaarheid en de extreem hoge prijzen van agrarische grond in Midden-Delfland vormt op dit moment een groot probleem. De hoge grondprijs is niet gebaseerd op economisch gebruik door veehouders maar wordt opgestuwd door de verwachtingswaarde. Een nieuwe wettelijke ruimtelijke bescherming na afloop van de Reconstructiewet Midden-Delfland zou mogelijk een bijdrage kunnen leveren aan het verminderen van de druk op de grondprijzen.

De Maaslandse veehouder Jacob Dijkshoorn stond samen met Govert van Oort, Marja van Bijsterveld en Dirk Post aan de wieg van de eerste plannen voor de oprichting van een grondbank. Er zijn verschillende soorten grondbanken mogelijk. In Midden-Delfland wil men komen tot de oprichting van een beheergrondbank. De bewaking van de kwaliteit en de bestemming spelen hierbij een belangrijke rol. Er dient een oplossing te komen voor de overbrugging van het pachtgat omdat de grond van de grondbank verpacht moet gaan worden tegen tarieven die zijn gebaseerd op het agrarisch opbrengend vermogen.

De stichting Promotie Groen Midden-Delfland heeft samen met gemeente Midden-Delfland het initiatief genomen. Het onderzoeksinstituut OTB van de TU Delft heeft de opdracht gekregen voor een onderzoek naar het oprichten van een grondbank voor Midden-Delfland. De stichting heeft een coördinatieteam bestaande uit P. Arensman en G. van Oord gevormd die het onderzoek naar de grondbank coördineren. Daarnaast is er een groep deskundigen met onderzoekers en reflectiegroepen en er is een Stuurgroep Onderzoek Grondbeleid Midden-Delfland geformeerd waar o.a. Rabobank Delflanden, Gemeente Midden-Delfland, Stadsgewest Haaglanden, Natuurmonumenten en LTO Noord afdeling Delflands Groen zitting in hebben. De voorzitter hiervan is wethouder Christiaan van der kamp. In april 2007 heeft OTB het rapport “Quickscan grondmarkt en grondinstrument voor Midden-Delfland” opgeleverd.

Stichting Promotie Groen Midden-Delfland heeft naar aanleiding van dit rapport een slotrapportage voor de eerste fase opgesteld die aan het bestuur van Delflands Groen is voorgelegd. Naar aanleiding hiervan heeft Delflands Groen voor de tweede fase een aantal aanbevelingen en voorwaarden geformuleerd om te komen tot de oprichting van een grondbank. De aanbevelingen en voorwaarden zijn in juni 2007 door Delflands Groen aan Govert van Oord en Peter Arensman van stichting Promotie Groen Midden-Delfland bekend gemaakt.

De aanbevelingen en voorwaarden van Delflands Groen zijn hieronder geformuleerd:

  • Uitgangspunt voor het oprichten van een grondbank dient te zijn behoud en beheer van het huidige agrarische veenweidelandschap. Een duurzame rendabele agrarische sector is hierbij onontbeerlijk.
  • Het doel moet zijn; ondersteuning van jonge en startende boeren en ruimte bieden aan agrariërs om te kunnen uitbreiden om zodoende bij te dragen aan het behoud van een rendabele veehouderijsector in Midden-Delfland.
  • De grondbank dient uitsluitend te worden ingezet voor het agrarische gebied.
  • De in het kader van de reconstructiewet bepaalde verdeling per functie dient uitgangspunt te blijven, vermindering van het areaal aan landbouwgrond is onacceptabel.
  • Nieuwe natuurclaims vergroten de druk op de grondmarkt en hebben daardoor een prijsopdrijvend effect. Natuurclaims verminderen bovendien het draagvlak onder de huidige grondbezitters en bemoeilijken hierdoor het verwerven van gronden.
  • Maximaal 35% van de bij de grondbank ingebrachte percelen kunnen worden uitgegeven met enige vorm van beperking.
  • Minimaal 65% van de bij de grondbank ingebrachte percelen dient landbouwkundig optimaal te kunnen worden ingezet.
  • Een kwaliteitskaart dient het huidige landschap als uitgangspunt te hebben.
  • De afstemming van de doelstellingen voor de percelen ingebracht in de grondbank die met enige vorm van beperking worden uitgegeven, dient plaats te vinden tussen de Agrarische Natuurvereniging Vockestaert en LTO Noord, afdeling Delflands Groen. Deze organisaties vertegenwoordigen de toekomstige pachters.
  • Voor een goede start van de grondbank is het van groot belang dat de agrarische percelen die in eigendom zijn bij Bureau Beheer Landbouwgronden worden overgedragen aan de grondbank, voor zover ze op dit moment niet verkoopbaar zijn aan de huidige agrarische pachters.
  • Structurele provinciale financiële ondersteuning zoals bij de grondbank Laag-Holland en andere structurele geïndexeerde financiële bijdragen zijn noodzakelijk voor het welslagen van een grondbank.
  • Een degelijk ruimtelijk ontwikkelingsbeleid verankerd in het nog op te stellen landschapsontwikkelingsplan en bestemmingsplan met daarnaast andere wettelijke beschermende maatregelen zullen een prijsdrukkend effect hebben. Strikte controle op de naleving van het beleid is hierbij noodzakelijk voor het welslagen.
  • De pachtprijzen dienen gebaseerd te zijn op het agrarisch opbrengend vermogen van de gronden in Midden-Delfland.

Tijdens een bijeenkomst met alle betrokkenen bij de grondbank op 5 november 2007 op Hodenpijl hebben Gerard van Winden en Arnold van Adrichem namens Delflands Groen de hierboven genoemde voorwaarden toegelicht waarbij benadrukt is dat een “Goede Landbouw Praktijk” een vanzelfsprekendheid is. Hierbij moet o.a. gedacht worden aan weidevogelbeheer, behoud van kreekruggen en kavelstructuur en maaien met een wildredder. Op dit moment gaat het grondbankonderzoek de tweede fase in.

Voor meer informatie kunt u hier het rapport Quickscan grondmarkt en grondinstrument voor Midden-Delfand van Onderzoeksbureau OTB downloaden. Dit rapport is in opdracht van Stichting Promotie Groen Midden-Delfland vervaardigd.

november 2007